PRONKSTUKKEN | VAREN IN KAMPEN

Schepen en boten kunnen weer te water worden gelaten na een lange periode van onderhoud. Velen verheugen zich hierop: weg met de boot, genieten van mooi weer en het gevoel te hebben van vrijheid en vakantie. Kampen biedt vele mogelijkheden via vele waterwegen. En met de opening van het Reevediep is er weer een prachtig vaargebied toegevoegd.

Jaarlijks weten toeristen Kampen goed te vinden, wat weer goed is voor de lokale middenstand en daarmee de economie van de stad. Nu zijn er ook nog havens in Kampen. De Zuiderzeehaven is goed voor de industrie en handel, terwijl richting de binnenstad meer de pleziervaartuigen een plek vinden in kleine en knusse havens.

Dat Kampen een lange traditie heeft met het water, blijkt onder andere ook wel uit het stadszegel van Kampen, dat een kogge voorstelt. Kogges waren misschien wel één der eerste mammoettankers van hun tijd en voeren onder andere richting het Oostzeegebied, Engeland en het Middellandse Zeegebied voor het vervoeren van diverse handelswaar. Kampenaren zaten zodoende overal en overal had Kampen handelscontacten en diplomatieke betrekkingen.

Vanaf ongeveer 1849 was er in Kampen de stoomraderboot ‘Drusus’. Dit schip was er voor het vervoer van Handelswaar op de IJssel richting Deventer maar deed ook aan plezieruitjes richting Urk. Dat was nog de tijd, dat Urk echt feitelijk een eiland was. Dergelijke uitjes werden dan vooral aangeboden op zon- en feestdagen.

Een ander schip dat zo op deze wijze werd ingezet was ‘de IJssel’. Later zou ‘Stad Deventer’ deze taken voortzetten. Dit waren de boten van de Rijn- en IJssel Stoomboot Maatschappij.

In 1845 heeft G.H.W. Haasloop Werner zijn reis beschreven in een soort van reisgidsje, waarin hij alle door hem aangedane plaatsen vanuit een historisch en oudheidkundig oogpunt beschreef: "Mijn uitstapje van Kampen naar Arnhem met de stoomboot Drusus in 1845" Toen Haasloop Werner in Kampen aankwam, waar hij ooit ongeveer een 10 jaar eerder ook al eens was geweest, schreef hij: Wie haar [ de stad Kampen] sedert de laatste tien jaren niet bezocht heeft, zal haar nauwelijks herkennen, door de vele en groote veranderingen, welke, vooral in den omtrek, langs de wallen en grachten der stad, alsook aan de rivier den IJssel, hebben plaats gehad". Zijn grote interesse ging echter uit naar de lokale streekdrachten die hij tot in detail beschrijft.