Pronkstukken | Oudste archiefstuk uit 1251

Charter van Abel

Charter van Abel

Privilege van Abel, koning van Denen en Slaven en hertog van Jutland, verleend aan de Ommelandvaarders 24 september 1251.

"Dit charter is het oudste document in het Stadsarchief Kampen. Het is gedateerd op 25 september 1251. Koning Abel van Denemarken geeft daarin de Ommelandvaarders een privilege, dat de kooplieden van die maatschap een lager toltarief biedt en speciaal voor hen de regels van de jaarmarkt op Schonen versoepelde.

De Ommelandvaarders mochten bij schipbreuk hun eigen goederen behouden die ze hadden gered. De leden van de maatschap van Umlandsfarae zijn onbekend. Waarschijnlijk waren het kooplieden uit de Zuiderzeesteden die hun schepen bij de monding van de IJssel bij Kampen losten en bevrachtten, en samen meededen aan de vaart op de Oostzee. Kampen was het actiefst in de Ommelandvaart en had de meeste privileges. Daarom is het ook niet verwonderlijk dat dit ‘Abel charter’ alleen maar te vinden is in het Stadsarchief Kampen.

Het is het oudste Kamper archiefstuk en toont aan dat Kampen al in de 13de eeuw een belangrijke handelsstad was. Voor de Duitse stad Keulen was het zelfs de belangrijkste handelspartner. De gezant van Kampen moest voor dit charter van koning Abel wel betalen. Het is geschreven in het Latijn met uitzondering van het Deense woord Umlandsfarae." 

Deze tekst komt uit het artikel dat we schreven voor de Kamper Almanak van 2017. Lees het volledige artikel hier

Uit welk materiaal bestaat dit perkament?

Onze collega’s van het Utrechts Archief vertelden dat de universiteit van York in Engeland bezig is met een project naar de samenstelling van het materiaal waarop de middeleeuwse oorkonden zijn geschreven. Het onderzoek wees uit dat het perkament waarop 765 jaar geleden koning Abel zijn privileges uitvaardigde van kalfshuid is. Is dat bijzonder? Nee. Uit het onderzoek in York blijkt dat ‘het continent’ en zeker het noordelijk deel daarvan, een voorkeur had voor kalfsperkament. Groot-Brittannië gebruikte veelal schaapsperkament en Zuid-Europa vooral geitenperkament. Dat heeft te maken met het soort vee dat werd gehouden. Bij ons waren nog weinig schapen. Wol werd voornamelijk ingevoerd uit Groot-Brittannië.

Gedeelte uit de vertaling van het privilege:

 “Allen die dit stuk onder ogen komt, eeuwig heil. De tijd laat zien dat alle zaken veranderlijk zijn. Daarom is het een oud gebruik dat onze handelingen vastgelegd worden in een schriftelijke getuigenis, opdat zij niet in het vergeetboek raken.

Derhalve om de twisten, geschillen en tweedracht over de betaling van de tol op de jaarmarkt van Skanör te doen ophouden, waarover door degenen die Ommelandvaarders worden genoemd soms meineden zijn gepleegd, wat zij practisch niet gedaan kunnen hebben zonder risico en groot gevaar voor het zieleheil, is tussen ons en hen eenstemmig na rijp beraad voor eeuwig bepaald dat voor elke kogge die van Skanör naar het westen terugkeert 32 schellingen sterling wordt betaald.

Wie van de Ommelandvaarders met zijn schip en koopwaar naar onze jaarmarkt gaat en vandaar naar Noorwegen wil en hij geen haring, maar wel textiel, linnen, zout of zijn levensmiddelen meeneemt, is vrijgesteld van de tol, mits onze rentmeester of een ander van ons gelegenheid heeft de schepen en hun inhoud te doorzoeken.

Wie echter tegen de strekking van dit privilege handelt, zal niet alleen zijn goederen verbeurd zien verklaard worden, maar hij zal ook onze wraak niet ontlopen. Opdat het bovenstaande bekrachtigd wordt, hebben wij ons zegel hieraan bevestigd. Gegeven te Skanör in het jaar des Heren 1251 op de 24ste september”.