Militairen in Kampen: De Hoofdcursus

Op het binnenplein van de Hoofdcursus stond een bronzen voorlaadkanon opgesteld. Dit kanon lag aan de ketting, om te voorkomen dat er buiten dienst mee zou worden geëxerceerd.

Op het binnenplein van de Hoofdcursus stond een bronzen voorlaadkanon opgesteld. Dit kanon lag aan de ketting, om te voorkomen dat er buiten dienst mee zou worden geëxerceerd.

Gedurende de periode 1852 tot juli 1923 was er in Kampen, naast ’s-Hertogenbosch en Maastricht, een opleidingsinstituut voor officieren van de infanterie en de militaire administratie. Vanaf 1877 samengevoegd in  Kampen tot één opleiding. Deze was gevestigd in een pand aan de Koornmarkt te Kampen en werd in de volksmond ook wel het matglazen paleis genoemd, naar de onderste raamdelen aan de straatzijde die ondoorzichtig waren.

De studenten die welkom waren op deze militaire opleiding te Kampen moesten minstens 19 jaar oud zijn en drie dienstjaren hebben vervuld waarvan één als onderofficier. Verder moesten zijn uiteraard slagen voor het toelatingsexamen en uitmunten in praktische geschiktheid, dienstijver en gedrag. Op het lesrooster stonden vakken als Natuurkunde, Wapenleer, Militair Recht, Administratie, Tactiek, Krijgsgeschiedenis, Versterkingskunst, talen, scherm- en gymnastieklessen.

Ondanks dat dit lijkt op een indrukwekkend lesrooster waren er ook wel studenten die, nadat ze wat meer gewend waren gedurende de opleiding,  de gang van zaken oer- en oersaai vonden, getuige een verslag van een oud-student, opgenomen in de Kamper almanak van 1939-1940. Er werd dan geklaagd over het weinig vrije leven, over het vele studeren achter het matglas en vooral –waar men zich bijna officier voelde- over de wijze, waarop men zoo erg klein gehouden werd. Menigeen dacht dan wel: Ik zal blij zijn, als ik hier voorgoed weg ben.

Eenmaal in actieve dienst kon men echter terugkijken op een waardevolle en zinvolle opleiding.
Dat het echter voor de jonge officieren in spé niet alleen kommer en kwel was bleek wel uit een ontdekking die op een gegeven moment gedaan werd op het binnenplein van de Hoofdcursus. Daar stond een bronzen voorlaadkanon opgesteld. Dit kanon lag aan de ketting, om te voorkomen dat er buiten dienst mee zou worden geëxerceerd. Deze ketting zat ook aan het monddeksel. Daardoor bleek het kanon vaak, en veel, als ideale verstopplaats te zijn gebruikt voor flessen drank en kruiken.
In het voorjaar van 1923 werd beslist dat de Hoofdcursus vanuit Kampen verplaatst zou worden naar Breda.