Pronkstukken | Liefde

Het Stadsarchief bewaart echt van alles aan archivalia. Stuk voor stuk zijn het bijzondere stukken. Alles wat je bekijkt, en onderzoekt, ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Zoals het Pronkstuk van deze week: Het mattenkloppergedichtje. 


De Handschriftencollectie

Hierin worden allerlei bijzondere, en soms hele oude geschriften gearchiveerd. Eén van die stukken is een geschreven liefdesgedicht, waarvan de regels op kunstige wijze dooreengekronkeld zijn. Het gedicht stamt uit 1786. Het lijkt een mattenklopper. Maar ook allemaal hartjes in elkaar verstrengeld. Ook in de achttiende eeuw verklaarden mensen elkaar maar wat graag de liefde in dichtvorm.

De tekst is nog niet officieel getranscribeerd. Een Twitteraar heeft zich er op gestort en stuurde ons haar bevindingen van de tekst. Wim Huijsmans vulde de openstaande eindjes in. De tekst van het ‘mattenkloppergedichtje’ luidt: 

Mijn alderlie[f[ste Hert, wilt mij verexcuseren
ik schrijf aan uw een brief daaruyt dat gij kunt leeren
hoe dat den egten staat is een noodsakelijk werk
voor jongmans inderdaad en dogters dit aanmerkt. 
gij kunt uit Genesis ook leeren aldaar God seid den Mensch
diend niet aleen te weesen maar heeft tot hulp een vrouw
al voor den man gemaakt dus treed met mij in trouw
ik ben die naar u naakt

ik sal als Abraham met Sara is geweest
met u mijn lieve Lam weesen onbevreest
ik zal o zoete kind met u in vreugde leven
zo u hert is tot mij genegen

Valentijnsdag

Hét moment waarop liefdesgedichten extra aandacht krijgen is Valentijnsdag, oftewel 14 februari. Dit is genoemd naar sint Valentijn maar hierbij moet dan gezegd worden, dat er meerdere heiligen zijn met die naam. De één was namelijk priester in Rome terwijl de ander in Terni zat.

Er zijn ook mensen die zeggen dat het hier om één en dezelfde persoon gaat. In beide gevallen echter werd de persoon vanwege zijn geloof gedood. Daarom waren er heilig verklaringen.

De Romeinen vierden op 14 februari een vruchtbaarheidsfeest ter ere van Juno, de beschermgodin van de vrouw en het huwelijk, en van de natuurgod Pan. Dit was het feest Lupercalia. Ongetrouwde stellen werden op deze dag aan elkaar gekoppeld door het lot. De Kerk verbood deze gang van zaken omdat het als heidens werd bestempeld.

Het is niet voor niets, dat we soms bij verliefde stellen spreken van ‘tortelduifjes’…..

De bekende Engelse schrijver en dichter Jeffrey Chaucer, die leefde in de 14e eeuw, schreef ooit: 

‘For this was om seynt Volantynys day Whan euery bryd comyth there to chese his make’ ‘

Want dit was op Sint-Valentijnsdag 'Als elke vogel daar zijn maatje komt kiezen.’

Dit doet al snel denken aan een heel, heel oud gedichtje in het Oudnederlands van rond 1100: Hebban olla vogelas nestas hagunnan hinase hic unda thu, wat unbidan we nu?

Wat zoiets betekent als: Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve jij en ik; waar wachten we op.  

Het zogenaamde Mattenkloppergedichtje is onderdeel van de Handschriftencollectie van het Stadsarchief. Toegang 324, inventarisnummer 220. Het gedicht is onderdeel van de expositie Liefde voor letters die nog is te zien tot 23 februari 2019.