1598 Klaas Rosendaal verklaart, voor zijn vertrek als vrijwilliger naar de Armée, een volmacht te verstrekken aan Jan Scholten, om tijdens zijn afwezigheid namens hem op te treden en zijn geldzaken te regelen.Als reserve personen gelden Klaas Rozendaal Gerritszoon en Hendrik Koster.

1599 Mr. Theodorus baron van Lamsweerde, executeur van het testament van Petronille de Prost, weduwe van Willem Lodewijk van der Upwich, verklaart op te treden namens Johanna Sippina Baldewina Adriana van der Merwede, douairière van Lodewijk Arend baron van Ittersum, wonend te Utrecht en namens Frederik Alexander Sippo Arnold baron van Ittersum, plaatsvervangend rechter te Utrecht, voor wie bij hun afwezigheid notaris Rambonnet optrad, inzake de verkoop van het erf Kranenburg, afkomstig uit de nalatenschap van Petronille de Prost.

1600 Maria Geertruida de Friderici en Richard van Romunde verklaren elkaar over en weer te dechargeren van alle vorderingen op de boedel van van der Upwich senior en op die van van der Upwich junior; mede-gerechtigde de Friderici blijft aanspraken houden op haar aandeel in de boedelscheiding van van der Upwich senior. Een afschrift van de acte van machtiging is aan de verklaring bijgevoegd.

1601 De erfgenamen van hun ouders Willem Lodewijk van der Upwich en Petronille de Proft, verklaren hun toestemming te geven tot het radieren van een hypotheekinschrijving ten laste van Johanna Sippina Boldewina Adriana barones van der Merwede, douairière van Lodewijk Arend van Ittersum, rentenierster te Utrecht en ten laste van Frederik Alexander Sippo Arnold van Ittersum, plaatsvervangend rechter te Utrecht, ten laste van Cornelis de Jong, bakker te Kampen en ten laste van Hendrik Westera, landman te Zalk.Een afschrift van een machtigingsacte is aan de acte van royement toegevoegd.NB. bijgevoegd een akte van volmacht