1267 Comparant verklaart als onderpand te stellen voor de lening die hij heeft ontvangen van Joost Hendrik Krudop, zijn woonhuis gelegen op het Stadserf in het Buitendijkse nummer 67.

1268 Comparant verklaart van de leninggever in "de melk te hebben ontvangen" zeven stuks zwartbont melkvee, twee roodbonte melkkoeien en twee jonge zwartbonte melkkoeien, allen gemerkt op de horens; bovendien een drie-jarig zwart paard. Comparant is verplicht het vee te voeden en verzorgen; de regeling geldt tot 1 augustus 1819. De waarde van het vee wordt gesteld op f442,50.

1272 Comparanten verklaren, alvorens samen in het huwelijk te treden, enige afspraken te willen vastleggen.Zij brengen hun eigen goederen mee en zullen alles in gemeenschap bezitten. Beiden verklaren elkaar aan te stellen als hun erfgenaam.

1274 Comparant verklaart schuldig te zijn aan Rijk Roozeboom een bedrag van f1000,- tegen 5% jaars. Als onderpand geldt zijn woonhuis, erf en land in Kamperveen.