1000 Gerritdina Kattebelt verklaart verkocht te hebben een huis in IJsselmuiden, door haar zelf bewoond en in 1811gekocht van Albertus Breembroek, voor een bedrag van f.900.-, waarvan f.75.- contant en het restant zal worden voldaan in mei 1829.

1001 Willem Aals van Dijk verklaart tot zijn enige erfgename te benoemen zijn vrouw Marrigje Albers Brouwer met wie hij in gemeenschap van goederen getrouwd is; als zijn moeder hem overleeft, heeft zij recht op haar legitieme portie; hetzelfde geldt voor eventuele kinderen die hij nalaat.Zijn vrouw wordt tevens executrice van zijn laatste wil.

1002 Marrigje Albers Brouwer verklaart tot haar enige erfgenaam te benoemen haar echtgenoot Willem Aals van Dijk met wie zij in gemeenschap van goederen is getrouwd; mocht zij kinderen nalaten, dan gelden de wettelijke regels.Haar echtgenoot zal ook executeur van haar laatste wil zijn.

1004 Marten Kolleman en Maria Johanna Elizabeth Ruitenberg verklaren schuldig te zijn aan Gerrit Jansen Vos een bedrag van f.100.- tegen 5 procent rente per jaar.Als speciaal hypothecair onderpand geldt hun huis in Brunnepe, gebouwd na de watervloed op een perceel gekocht van Cornelis Bos.