1799 Elisabeth Gerrits Bouwmeester verklaart schuldig te zijn aan Hendrik Post een bedrag van f.500.- tegen 4½ procent rente per jaar. Als speciaal en hypothecair onderpand geldt haar aandeel (de helft) in een erf te Zwollerkerspel.

1800 Namens zijn opdrachtgeefster, verklaart Gerhardus Struik zijn toestemming te geven tot het radieren van een hypotheekinschrijving groot f.300.- en gevestigd op een huis op de Oudestraat.

1801 Barend Uijterwijk verklaart tot zijn enige erfgename te benoemen zijn vrouw Geertruij Kaspers; ze zal tevens executrice van zijn testament worden.Met potlood geschreven in de kantlijn: vervangen door een ander van 17 januari 1837.

1802 Geertruij Kaspers verklaart tot haar enige erfgenaam en executeur van haar laatste wil te benoemen haar echtgenoot Barend Uijterwijk. Mochten haar ouders nog leven bij haar overlijden, dan krijgen zij hun wettig deel.