1235 Royement van 2 schuldbekentenissen van ƒ 600 d.d 5 maart 1808 en ƒ 300 d.d. 1709 ten laste van Albert Coetzier.Deze was erfgenaam van Aaltje Albers , weduwe van Pieter Jans Sloot.[opmerking; is de datum van de akte wel juist, gezien de nummering en datum van registratie?]

0025 P.B. Verver en echtgenote M.C. Drieman verklaren schuldig te zijn aan Baerend van Aalderink een bedrag van f.1400.- tegen een rente van 5 procent per jaar.Als onderpand gelden de genoemde onroerende goederen. Het woonhuis is bezwaard met een hypotheek groot fl. 1000,- t.b.v. mevr. de wed. Zeegers.

0113 De schuldenaars verklaren schuldig te zijn een bedrag groot f.500.- tegen 5 procent rente per jaar. Als speciaal onderpand geldt hun huis op de Oudestraat. De franse vertaling is tevens in de akte opgenomen.

0368 Comparanten verklaren schuldig te zijn aan Laurens Adams een bedrag van ƒ800.- tegen 4½ procent jaars.Als onderpand geldt hun huis met grutterij in de Oudestraat.