1622 Testament, met als enige en universele erfgenamen: W. van Steenhuijsen en zijn echtgenote J. Egbers; A. van Tol en R. van Schootten, beiden als executeuren/boedelredderaars.

1624 G. Netjes verklaart een schuld te hebben aan A.G. Prins, G.G. Prins, J.G. Prins, H.G. Prins, W.G. Prins, gezamenlijke kinderen van H.G. Bouwmeester en wijlen G.A. Prins met als onderpand al zijn meubilaire goederen en een stuk groenland, gelegen op de Zwartenoord, de Weerd genammd, Genemuiden.

1625 G. Wesenberg en zijn echtgenote G. Wesenberg verklaren een schuld te hebben aan B. van der Kolk en zijn echtgenote E. Kiers met als onderpand al hun meubilaire goederen en een huis en where met hof te IJsselmuiden aan de Nieuweweg, nr. 87; een stukje hofland aan de Oosterholschesteeg te IJsselmuiden.

1627 Royement van inschrijving op een hypotheek, verleent aan H.L. Beldt onder verband van een huis en where met hof en boomgaard, te Brunnepe gelegen.