1415 A. Geselschap verklaart een schuld te hebben aan G.J. Lankhorst met als onderpand al zijn meubilaire goederen en zijn huis en hof gelegen te IJsselmuiden, in de Sak, nr. 105 (Zak)

1416 G. Uiterwijk verklaart af te zien van alle recht en aanspraak uit het testament van wijlen B. van Daalen; onder voorwaarde dat G. van Daalen hem een som geld betaald.Zie verder akte.

1417 G. ter Steege verklaart een schuld te hebben aan B. Leembroek met als onderpand al haar meubilaire goederen, en haar twee huizen en het daarachter gelegen hofland te Brunnepe, nrs. 48 en 49.

1418 Jac. Dragt en E.L> Brouwer vragen een scheiding aan van tafel en bed. Onder verschillende voorwaarden.