(deel 1) Voor de Predicanten tot Campen / om het Camper - Steurtjen bequamelicken op te eeten. Neem de gonste voor de gave.(deel 2) Sout tot het ongesouten Camper - Steurtje, Alsoo bereijdt / Toegebonden den Souteloosen Koopman / om 't selve / aldus smaeckelijck gemaeckt zijnde / te proeven ende wel te herkauwen.'t Sout geeft smaeck aen alle spijse, sonder sout so koockt d'onwijse: 'k sout daerom de Campersteur, Proeft het nu! So heeft ét geur! Neemt de Waerheyt in gunst aen. (1648).