1044 Testatrice legateert aan Berend Hendrik van de Wijck uit Kampen een bedrag van f100,- uit erkentelijkheid voor de belofte haar in zijn graf te laten begraven. Aan Margareta Geertruida Tjiske Koning uit Groningen, legateert zij een bedrag van f100,- Aan de generaal Albert Lijklama uit Zwolle en Hendrik Juja uit Leeuwarden een bedrag van f200,-. uit dank voor hun moeite als executeurs. Aan Jacobje Bouwmeester uit Hattem legateert zij een bedrag van f 50,- en aan Judith Hoekman uit Kampen ook een bedrag van f50.-. Aan haar dienstmeid een bedrag van f100,-. Aan haar nicht Elizabeth Wilhelmina Megers, weduwe van Jean Pierre Feron uit 's Hertogenbosch, haar deel in een erf in Friesland uit de nalatenschap van haar tante Aletta Hillegonda van Megers, weduwe van Anneus Lodewijk Bettingen; zij moet ook toezien op de uitbetaling van de andere legaten. Indien haar nicht voor haar overlijdt, gaat dit gedeelte naar haar neef Cornelis Frisius van Nauta. Aan haar nicht Aletta Aurelia Hylckema, echtgenote van Carpentier te Sonde, haar porselein. Als enige erfgenamen worden benoemd haar nicht Aletta Aurelia Hylckema, haar nicht Grietje Hylckema, echtgenote van ... Vlieg uit Friesland.

1045 Comparanten verklaren een wettig huwelijk te willen aangaan buiten gemeenschap van goederen. De eigendommen van de comparant staan vermeld op een aangehechte akte. De comparante brengt meubilair met een geschatte waarde van f300,- in. De tijdens het huwelijk te verwerven goederen behoren aan beide comparanten toe. Als comparant overlijdt voor comparante, heeft zij recht op het wettelijk erfdeel, omdat comparant kinderen heeft uit een eerder huwelijk. Comparante verklaart hetzelfde; zij heeft kinderen uit twee vorige huwelijken.

1047 Comparanten verklaren schuldig te zijn aan Arend van Unen en diens echtgenote Anna Staal uit Kampen, een bedrag van ƒ250,- tegen 5% jaars. Als onderpand voor de lening geldt het eigen huis van schuldenaren in de Graafschap. NB. schuldenares heeft verklaard niet te kunnen schrijven.

1048 Comparant verklaart schuldig te zijn aan Joost Hendrik Krudop een bedrag van ƒ700,- De landlieden Dirk van den Bosch en Willem van den Brink staan borg voor dat bedrag. NB. Willem van den Brink heeft verklaard niet te kunnen schrijven.