1331 Bruidegom en bruid verklaren met elkaar een wettig huwelijk te willen aangaan en stellen daarvoor de volgende voorwaarde op: er zal gemeenschap van goederen zijn.

1334 Testateur verklaart zijn vrouw Geertruida van Groenou te benoemen tot erfgename van één vierde gedeelte van het eigendom en voor één vierde gedeelte van het vruchtgebruik; dit betekent dat zij testators aandeel in het door hun bewoonde huis op de Oudestraat kan nemen alsmede zijn deel van de inboedel tegen een gezamelijke waarde van f.8000.-.Voor het overige zijn zijn kinderen de erfgenamen.

1335 Geertruida van Groenou verklaart haar echtgenoot Joachim Adolphe Broese tot erfgenaam van één vierde gedeelte van het eigendom en voor één vierde gedeelte van het vruchtgebruik; dat betekent dat hij kan kiezen voor haar aandeel in hun huis op de Oudestraat en haar deel van de inboedel, alles tot een bedrag van f.8000.-.Voor het overige erven haar kinderen.

1336 Schuldenaar verklaart schuldig te zijn aan zijn zoon Willem Lingeman het erfdeel van zijn overleden moeder Geertruida Meijer, te weten een bedrag van f.250.- tegen een rente van 5 procent per jaar, ingaande bij de meerderjarigheid van de zoon.Als onderpand geldt het genoemde onroerend goed.