2225 Testatrice verklaart te legateren aan haar dochter Harmpje Meijer haar huisje, erf en where gelegen naast haar woonhuis wijk 2 nummer 200; aan haar zoon Harmen Meijer haar wagen met twee paarden; aan haar dochter Grietje Meijer haar roodbonte pink en haar zilveren tasbeugel; aan haar kleindochter Marrigje Davids Broek haar snoeren bloedkoralen, zonder het gouden slot. Tot enige en algemene erfgenamen benoemt zij haar kinderen: Marrigje Meijer gehuwd met Berend van der Kolk, Roelof Meijer, Geertrui Meijer gehuwd met Rein Lingeman, Harmpje Meijer, Trijntje Meijer gehuwd met David Jans Broek, Harmen Meijer en Grietje Meijer.Getuigen:Johannes Michiel Groebits, fabrikeur, Lambertus Telder, kleermaker, Jan Stam, kuiper en Hendrik Sijbersma, smid, allen uit Kampen.

2226 De gevolmachtigde verklaart, namens de erfgenamen van Clara Erkelens, de genoemde huizen te laten inzetten voor openbare verkoop . De executeur van het testament brengt tevens een obligatie in, n.l. een obligatie van de stad Kampen nu nog f.500,- groot tegen 3½ procent per jaar. De voorwaarden tot veiling worden opgesteld. Zie ook akte 2228.

2228 Namens de erven van Clara Erkelens, te weten: Anna Harders, weduwe van Ernst Hendrik Willem Ploeger uit Dordrecht, Anna Catharina Elsen, echtgenote van Hendrik Hermannus van Rhee uit Haarlem en Gerrit Lourenz uit Blokzijl, gaan de de gevolmachtigde en de executeur-testamentair over tot veiling van drie percelen en een obligatie; de tuin en obligatie blijven echter onverkocht.

2229 De schuldenaar verklaart schuldig te zijn aan Richardus van Romunde een bedrag van f.1400,- tegen 5 procent per jaar. Als onderpand gelden zijn landerijen, genaamd het Ingen en Loren Slag in de polder van Dronthen; d.w.z. zijn aandeel in de nalatenschap van zijn vader Willem Lodewijk van Upwich.