0124 Testateur verklaart al zijn bezittingen na te laten aan zijn vrouw Johanna Wolf. Indien zij eerder mocht overlijden, is zijn nalatenschap deels bestemd voor de kinderen van zijn vrouw, deels voor zijn broers en zusters, met name: Anna Maria Olthuijs getrouwd met Frerik Gerrits Out, beurtschipper te Kampen, Johannes Hermanes Henricus Christoffel Olthuijs, olieslagersknecht te Munster Meppen en Anna Elisabeth Olthuijs uit Holtwik.

0123 Testatrice verklaart tot haar erfgenamen te benoemen haar kleinkinderen Harmina Baarlink en Harm Baarlink, kinderen van Jan Baarlink en Hendrikje van Noord, overleden 05-06-1813; indien deze kleinkinderen voor testatrice mochten overlijden, dan gaat haar nalatenschap naar haar neven en nichten, te weten: Albert Koetsier en Jan Koetsier, hoveniers te IJsselmuiden, Harmpje Koetsier getrouwd met Hendrik Wagterveld te Kampen, Gerrigje Koetsier en haar man Egtbert Dikken Waagdrager te Amsterdam, allen kinderen van Arnoldus Janssen Koetsier en Janna Harms; Jan Potkamp, bouwman te Epe, Albert Potkamp en Arend Potkamp, kinderen van Willem Potkamp en Grietje Koetsier te Grafhorst, Aaltjen Koetsier, dochter van Willem Janssen Koetsier en Stina Klaassen te Kampen.Zij benoemt tot executeurs en administrateurs van haar nalatenschap Arend Jan ter Stege, grutter in Kampen en Albert Koetsier, hovenier te IJsselmuiden.N.B. testatrice heeft verklaard niet te kunnen schrijven.

0121 Testatrice verklaart al haar bezittingen te legateren aan haar man Johannes Hermanes Olthuis. N.B. testatrice heeft verklaard niet te kunnen schrijven.

0098bis Op aktedatum wordt dit besloten testament geopend door de president van de rechtbank in Zwolle.Testatrice benoemt tot executeur mr Willem Jan Nessink.Zij schenkt legaten aan:de Boven- en Buitenkerk te Kampen, de armen van de stad, mr Jacob Abraham de Mist te Amsterdam, aan haar vier dienstboden (mits nog in dienst op haar sterfdag), haar tuinman en haar naaister Sophia Daners, aan de ontvanger P. E. van der Merwede en aan de zusters Bundes en hun broer Thomas.Tot haar erfgenaam benoemt zij haar zoon Willem Lodewijk van der Upwich, met de aanbeveling dat hij de geschreven preken van zijn vader in acht zal nemen.Verdere details staan in de akte.