0012 Richardus van Romunde en Walburga Muurlink verklaren op 1 augustus 1811 verkocht te hebben aan Aleida Chatarina de Greeve het genoemde onroerend goed voor een bedrag van f.3500.-. Een gedeelte van de koopsom blijft als hypotheek op het onroerend goed gevestigd tegen een rente van 5 procent per jaar.

0030 Namens zijn opdrachtgevers, verklaart Hendrik Alexander de Chalmot op 14 november 1811 verkocht te hebben aan Dries Gerrit Proeme en Jurriana Goossens het genoemde onroerende goed voor een bedrag van f.301.-.

0028 Isac Costenus van Daverveld en echtgenote Barbera Juliana Schultz verklaren een volmacht te verstrekken aan Anna Debora van Daverveld, weduwe de Meester en aan Cornelia Catharina van Daverveld, om hen te vervangen bij het overlijden van hun vader en hun belangen in de boedel te behartigen.