0023 Gerrit Gerrits verklaart op 27 mei 1811 verkocht te hebben aan Jan Franks Russenberg en diens echtgenote Grietje Jans het genoemde onroerend goed voor een bedrag van f.1250.- , waarvan de helft betaald is en de andere helft in 1812 zal worden voldaan.

0022 Derk Moviat en Hendrikus Johannis van Kempen verklaren op 9 december 1811 verkocht te hebben aan Jannes Kuijlman twee derde gedeelte van het genoemde onroerend goed. Door de drie genoemde personen op een publieke veiling dd. 26 november 1810 gekocht. De verkoop heeft plaats gevonden voor een bedrag van f.300.-.

0021 Marcus Kroonenburg verklaart mede namens zijn zwagerJonas Salomon van Emden op 1 oktober 1811 verkocht te hebben aan Baerend Hoek, joods koopman te Kampen, een zesde gedeelte van het genoemde onroerend goed voor een bedrag van f.100.-.

0020 Albertus Credier en echtgenote Berendina Morgman verklaren schuldig te zijn aan Wolter Lammers, roedendrager te Kampen, een bedrag van f.200.- tegen een rente van5 procent per jaar.Als onderpand geldt het genoemde onroerend goed, waarop nog een hypotheek rust van f.300.-.Als borgen treden op: Hendrik de Bruin, kastelein en Maria Berghuis, zijn vrouw.