0040 Comparanten leggen de volgende verklaring af:zij zeggen goed te weten dat de Administratie van de Polder van Mastenbroek eerder werd gevoerd door afgevaardigden van de steden Zwolle, Kampen, Hasselt en Genemuiden, die aanzienlijke bezittinggen in de polder hadden, o.l.v. de landrentmeester van Salland. Deze stand van zaken heeft geduurd tot 1795, het eerste jaar van de Bataafse Vrijheid.Alle comparanten zijn aanwezig geweest bij de vergadering waarbij over het nieuwe reglement werd gediscussieerd en waarin besloten werd tot benoeming van een commissie genaamd Dijkstoel, bestaande uit een dijkgraaf, vier heemraden en een secretaris en een commissie van Administratie van de polder, zeven leden met secretaris, elk met een vastomschreven taak. Comparanten verklaren dat deze twee commissies sedert 1796 wettig zijn en door een keizerlijk decreet erkend.

0039 Comparanten verklaren een volmacht te verstrekken aan Johannes Sijpkens, koopman te Groningen, om namens hen op te treden, met name in de afwikkeling van de nalatenschap van Hendrikus Sparringa.

0038 De notaris gaat, met getuigen, naar het huis van Barend van Putten, gepatenteerd koopman, Oudestraat wijk 3 nummer 51 te Kampen, op verzoek van Jan Jacobus van Ingen, advocaat en Jan Slot, avoué, als gemachtigden van Pieter Dekkers Zoon te Zaandam, Willem Leenders te Amsterdam, Gerrit Bosch en Zoon te Amsterdam, P. Oosthoek uit Amsterdam, J. P. Doijer en Co te Zwolle, P. J. van Delden uit Deventer, R. van Manen uit Elburg en J. Fontein uit Harlingen, allen kooplieden.De Heer van Putten heeft geantwoord dat de Heer Grevenstijn zal proberen om alle schuldeisers tevreden te stellen voor zover de boedel toerijkend is.Barend van Putten weigert de akte te ondertekenen.

0037 Comparanten verklaren, met instemming van hun ouders, het volgende huwelijkscontract te hebben opgesteld:- de ouders van de bruid zullen hun dochters kost en kleding vergoeden, zo lang de echtgenoot nog geen behoorlijk bestaan heeft opgebouwd. - geen gemeenschap van goederen.- erfenissen en legaten zijn persoonsgebonden.- de huwelijksgoederen vervallen aan de langstlevende.- indien er geen kinderen zijn, vervallen de goederen van contractanten na hun dood aan hun respectieve familieleden.