1855 De erfgenamen van Willem Lodewijk van der Upwich en Petronille de Prost, verklaren hun goedkeuring en decharge te geven aan de rekeningen en verantwoording van de executeurs Theodorus baron van Lamsweerde en Richardus van Romunde betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van hun ouders.

1856 De erfgenamen van het echtpaar van der Upwich-de Prost, verklaren hun toestemming te geven tot het radieren van een hypotheekinschrijving ten laste van Nicolaas van Berkum Bijsterbos, gevestigd op landerijen te Zalk.

1857 De erfgenamen van het echtpaar van der Upwich-de Prost, verklaren hun toestemming te geven tot het radieren van een hypotheekinschrijving ten laste van Hermanus Nijveld, groot f.200.- en gevestigd op en huis op de Oudestraat.

1858 Marinus Gerhard Johan Feith verklaart zijn toestemming te geven tot het radieren van een hypotheekinschrijving ten laste van Hendrik Velthuis, kastelein en zijn vrouw Geertruida Voordenhout, Zwolle, oorspronkelijk ten behoeve van zijn vader Rhijnvis Feith, gevestigd op verschillende panden in Zwolle.