0305 Comparanten verklaren schuldig te zijn aan Willem Lodewijk van der Upwich een bedrag van ƒ2800 tegen 4½ procentjaars.Als onderpand geldt hun woonhuis met getimmerte.

1720 Verkoper verklaart verkocht te hebben aan Johannes Sprée de runderen die hij in november 1822 in de melk heeft gegeven aan Gerrit Willems Vos voor een bedrag van f.120.-. De beschrijving van de koeien staat in de akte.

2250 Testatrice verklaart de volgende schikkingen te willen treffen: aan ieder van haar kinderen, te weten Abraham Beijerink en Anna Jacoba Beijerink legateert zij bij meerderjarigheid een bedrag van f.5000,-. Mochten de voogden, bij testatrices overlijden, deze regeling niet willen uitvoeren, dan gelden de dan voorgeschreven wetten. In dat geval vervallen alle andere na te laten goederen aan haar echtgenoot Gerrit Beijerink.Tot executeurs en voogden over haar kinderen benoemt zij François Rambonnet en Joachim Adolf Broese.

2273 Ten gevolge van een akte van boedelscheiding, verklaren de schuldeisers hun toestemming te geven tot het radieren van enige hypotheekinschrijvingen, gevestigd op stukken weiland. Dit betreft een hypotheek ten laste van Jacob Korthoef junior en echtgenote Roelofje Berteld Last, en een inschrijving ten laste van Jan Last en Gerrit Last.