2785 Johannes Henricus te Bulte verklaart dat van het "langst-levende" testament, gesloten tussen hem en zijn overleden echtgenote Maria Gerredina van Hulzen, Dirk van Hulzen (vader van de overledene) gerechtigd is voor één vierde gedeelte. Dit gedeelte wordt aan hem uitbetaald, zijnde f. 180.-.

2786 Hendrik Hollander verklaart verkocht te hebben aan Frans Gunnink een kamp groenland in de polder van Mastenbroek, afkomstig uit zijn moeders nalatenschap, voor een bedrag van f.730.- .

2787 Mr. Gajus Andreae Pieterszoon en Marie Jeannette de Vriese verklaren met elkaar een wettig huwelijk te willen aangaan en stellen daartoe voorwaarden op, waarvan de belangrijkste zijn, dat:- er geen gemeenschap van goederen zal bestaan- er een inventaris wordt opgesteld van ieders bezittingen- schulden van voor het huwelijk persoonsgebonden zijn- de opbrengsten uit de bezittingen gemeenschappelijk zijn.

2788 Robbert Laurentius verklaart tot zijn erfgename te benoemen zijn vrouw Lucretia Alberdina Glaser.