0999 Rutger Zomer, wonende op het Kampereiland, erve nummer 9, gemeente Kampen benoemt tot enige erfgename zijn vrouw Marrigje Aaltsen Prins en zijn kinderen Harmen Zomer, Roelof Zomer, Hendrik Zomer, kinderen van zijn overleden vrouw Zwaantje Hendriks, en Grietje Zomer, kind van zijn huidige echtgenote. Zijn zoon Harmen Zomer moet alles wat hij reeds heeft gekregen in mindering van zijn erfdeel brengen. Tot voogd over zijn minderjarige kinderen uit het eerste huwelijk benoemt hij Gerrit Netjes en tot toeziend voogd Peter Selles. Wat betreft het kind uit zijn tweede huwelijk, laat hij een en ander aan zijn vrouw over. Getuigen: Zwier Jan van de Weerd, landman, Louw Jans van de Weerd, landman, Pieter Werf, schipper en Rutger Klaassen ten Hove, boerenknecht, allen uit Kampen. Testator heeft verklaard ivm zwakte niet te kunnen tekenen.

0414 J. Schallenberg ontvangt macht om te beslissen over de boedel van E. de Haan, in leven echtgenote van Chr. Zoet

1450 I.M. Zendijk verklaart een schuld te hebben aan zijn zoon M.I. Zendijk met als onderpand al zijn meubilaire goederen, en zijn twijgaard, gelegen in de gemeente Wilsum, genaamd de Koeslag.

1450 I.M. Zendijk verklaart een schuld te hebben aan zijn zoon M.I. Zendijk met als onderpand al zijn meubilaire goederen, en zijn twijgaard, gelegen in de gemeente Wilsum, genaamd de Koeslag.