Reeds in 1810 is het door de inspecteur J. E. Wildeman geformeerde plan over verbetering van de zogenaamde Spijkerboor- of Wezeperweg ter sprake gekomen. Er is destijds een commissie van 4 leden uit de notabelsten en bij deze weg meest geïnteresseerde ingezetenen der stad benoemd. De aanbesteding heeft zelfs plaats gehad maar tengevolge van politieke aangelegenheden is deze onderneming gestaakt. Een rekwest van 3 maart 1818 vestigt opnieuw de aandacht op deze zaak. Een tweede commissie wordt in het leven geroepen; 1 juli 1823 legt deze een nieuw plan over maar de kwestie blijft slepende, totdat in de raadsvergadering van 11 oktober 1828 bekend gemaakt wordt, dat binnenkort de ontworpen straatweg van Zwolle langs de Zuiderzee in gereedheid zal zijn. Kampen had in de negotiatie deelgenomen voor ƒ 5000,-, onder voorwaarde, dat de Zuiderzeestraatweg over de zogenaamde Broekdijk gelegd zou worden, als de naaste, om van Kampen uit een arm op deze hoofdverbindingsweg te kunnen maken. De consessie voor de weg Kampen-Wezep wordt bij K.B. van 30 oktober 1829 nr. 9 verleend; het K.B. van 22 maart 1830, nr. 12 geeft autorisatie tot negotiatie van een som van ƒ 100.000,-. De 10e juni 1830 geeft de burgemeester kennis, dat het leggen van de aarden baan voor de straatweg van Kampen op de Zuider-zeestraatweg is aanbesteed voor ƒ 25.000,-. Bij besluiten van de gemeenteraad van Kampen d.d. 26 november 1935 en provinciale staten van Overijssel d.d. 19 december 1935, goedgekeurd bij Kon. besluit van 9 maart 1936, nr, 30, werden beheer en onderhoud van de kunstweg Kampen-Koelugt-Gelderse grens door de provincie in eigendom overgenomen.