Bijlage A

Oudste Foliant (inv.nr. 3)

Een register in houten band, overtrokken met bruin leder en versierd met koperen knoppen. Sommige bladzijden vertonen als watermerk een sleutel. Het register wordt in de middeleeuwse stukken gewoonlijk "onse boeck" of "dat boeck mitter sloetele" genoemd. De benaming "Oudste Foliant *  " is een inventie van latere bewerkers, waarschijnlijk van Molhuysen. Mr. J. Doornink noemt in zijn rapport van 1837 deze naam niet en F.A.S.A. baron van Ittersum beschrijft het in zijn rapport van 1859 als "1 volumen zonder titel in folio. 1320".
Het register loopt over de jaren 1316-1385. De eerste aantekeningen zijn in het Latijn: van 1330 af zijn zij meestal in het Nederlands. Het register is te verdelen in vier rubrieken:
a. Bezittingen en rechten van de stad, fol. 1 recto en verso.
b. Acten van voluntaire juridictie, fol. 2-134. Deze acten zijn overgenomen in: Dr. Johanna A. Kossmann-Putto, Kamper Schepenacten 1316-1354, diss., Zwolle 1955.
c. Liber memorialis van allerhande zaken, beginnende fol. 134.
d. Verbanningen, beginnende fol. 263v.
De rubrieken lopen soms door elkaar heen.

Bevat verder:
Isti sunt qui scabinis concesserunt pecuniam. Lijsten, soms espelsgewijs ingericht, van hen die de stad geld hebben geleend. 1324-1375. fol. 12v, 72-78, 79-80, 91-94, 141v, 146-163, 217-240, 269v-271.
St. Catharina-altaar, 1336. fol. 42.
Ven den hilighe Ghyste, 1350. fol. 69v.
Stichting St. Jorienkapel te Brunnepe, 1350. fol. 7-.
Van den crudener, 1355. fol. 71v.
Dit syn dieghene die an dien nyen dyke deel hebben van dier sluys nederwert, z.j. fol. 95.
Der stat lant, dat Heyn Claessoen nu heefft. z.j. fol. 101.
Debita, 1340. fol. 159v.
Aanstelling stadsambtenaren, 1352-1385. fol. 161-162.
Verordening dat geen vrouwen in het minderbroederklooster zullen komen, 1371. fol. 164v.
Verhuring stadswateren, 1341. fol. 184v-185v.
De officialis civitatis. Aanstelling stadsambtenaren, 1335-1338. fol. 194, 196v.
Van den wyntappen, 1343. fol. 207v.
Did is der stad tyns dien zie sculdich is, z.j. fol. 211.
Did is die erftins dien men ons sculdich is, z.j. fol. 212.
Overeenkomst met Hermen de Steenbicker betreffende de bouw van de St. Nicolaaskerk, z.j. (1351) fol. 213v.
Dit is dat lant ende rente dat hoert to her Roelofs altare to sante Barbaren, z.j. (c. 1350). fol. 215v.
Schuldbrief voor Hendrik van Essen wegens gedane diensten te Rome in het proces tegen de bisschop van Utrecht, 1377. fol. 216.
Dit is dat recht van den telampt, z.j. fol. 246v.
Ordonnantie op het slachten en verkopen van vlees en vis, z.j. fol. 250v.
Dit is de tyns onser stadt te betaelen van den vene, z.j. fol. 257.
Dit sin dy hoffsteden to Bronope, z.j. fol. 257.
Dit is der stadt erve tyns dien men betaelt tho Paschen, z.j. fol. 257v.
Dit zin de eylanden die onser stadt van Campen zin toebeslaegen, 1364. fol. 258v (bij de verdeling van Mastenbroek).
Dit is die dijck van den Haghen to Bronopwert, fol. 259v.
Van de dike to Bronepe neffen de Colke, 1344, fol. 261v.
Van de Haghen achter Bronepe, 1345-1347. fol. 261v.

Van den zetele, 1345. fol. 261v.
Overeenkomst met Evererde Vlode tot het opmaken der stadsdijken, 1344-1348. fol. 262v.
Verhuring van stadslanden en erven, fol. 264-265, 268v,
Van Meyster Hense dien armborstyere, 1336. fol. 266.
Van de dijk te Brunnepe, 1340. fol. 266.
Van den Vleyschouwer, z.j. fol. 266v.
Giselbert van Buchorst, 1350. fol. 268.
Isti sunt qui dederunt tallias suas in Flandria et Dordraco, z.j. fol. 269.
Verhuur veerschip, fol. 273v.

Literatuur: Dr. Johanna A. Kossmann-Putto, Kamper Schepenacten 1316-1354, diss., Zwolle 1955.

Bijlage B

Collectorium. De electione Magistratus (inv.nr. 7)

De aantekeningen zijn alle uit de periode tussen 1365 en 1427. Slechts een afschrift van een gift voor schepenen van het jaar 1300 (fol. 141), alsmede van een vidimus van 1381 van een acte van bisschop Guy betreffende de tol te Medemblik in 1311 (fol. 97) betreffen een vroegere tijd.

Bevat:
Lijsten van de hoofdlieden der espels en van de leden der gezworen gemeente, 1372-1410 (?) fol. 1, 3, 4, 7v.-9v., 13, 22-23v., 30v.-35v., 38, 43-49, 50v., 51v.-53, 55v.;
Lijsten van de poortsluiters, 1377, z.j. fol. 18, 118;
Lijst van de schutten, z.j. (1375?). fol. 25v.;
Schadeloosstellingen en borgtochten, 1374-1420, fol. 3v., 5v.-7, 16, 41, 43v., 53v., 67v.-68, 96;
Opgave van schulden en voorgeschoten gelden aan de stad, lijfrenten, 1374-1426, fol. 5, 21v., 24-26, 29, 35-42, 46v., 51, 70v.-80v., 85-97, 99-100, 102v., 110, 115v., 119v., 125v., 132v.-134, 139v.-140;
Verpachting van landerijen, 1378, fol. 31;
Afrekening wijnheren, 1382, fol. 10v.;
Minder Broederkerk, 1377, 1400, fol. 4, 28, 64v., 67v.;
Wedeme, 1400, fol. 67v.;
Paalgeld, 1408, fol. 85v.;
Paardemolen, 1399, fol. 85v.;
Deling erf in de Hagen bij de Brunneperdijk 1395, fol. 33v.;
Opnamen Heilige Geest Gasthuis, 1387, 1372, fol. 17, 115v.;
Testamenten, 1371-1387, fol. 4v, 21, 27, 42v., 43, 103v., 115v., 130, 130v., 131, 136v., 138v., 141, 142v.;
Overdrachten, 1391, 1397, fol. 67, 101;
Correspondentie met de heren van Kuinre en hun zoen met Hamburg, 1376, fol. 12, 34, 70;
Overeenkomst over de rijswaarden en zanden, 1376, fol. 14;
Van de timmering der kerken in 1369 door Mr. Rotgher van Colen, fol. 15;
Correspondentie met de Hanzesteden, in het bijzonder over de beveiliging der zee en reces der dagvaart te Lübeck in 1393, fol. 15, 27, 37, 73, 83, 84-87v.;
Overdracht Zwijnsleger in IJsselmuidener en Grafhorster marken, z.j. fol. 19;

Gebreke der stad Harderwijk, z.j. fol. 38;
Kosten der nieuwe muren, 1389, fol. 48;
Lijsten van hen, die de stad ontzegd hebben 1376, fol. 49v.-50;
Zoen tussen de hertog van Gelre en Kampen, 1381, fol. 229;
Ordonnatie op de pondschatting en rente, 1420, fol. 52;
Lossing van Arkestein in 1379 en eed van Jan ter Porte om het te
bewaren, fol. 53, 66;
Stukken over de in bezitneming van Coevorden in 1395, fol. 55, 56,
63, 78, 122;
Garantie aan Roelof van Ittersum, rentmeester van Salland, door
bisschop Florens, 1391, fol. 62;
Kosten herstel oude muur bij de Geertspoort van der A, z.j. fol. 62v.;
Ordonnantie betreffende de geestelijke vrouwen bij de St. Nicolaaskerk, 1399, fol. 64;
Brokstuk van enige ordonnantiën betreffende politie en wetgeving. 1383-1394. Op perkament ingevoegd, fol. 65;
Appèl bij de paus inzake de minderbroeders, 1427, fol. 65;
Overeenkomst tussen de pastoor en de minderbroeders, 1400, fol. 66;
Overeenkomst met Johan van Buchorst, 1391, fol. 67, 109, 122;
Kosten bezoek aan Kampen van bisschop Frederik van Blankenheim, 1394, fol. 75v.;
Overeenkomst van de bisschop met de Friezen in 1395, fol. 79v.;
Vredesverdrag tussen de bisschop en de hertog van Gelre, 1379, fol.
81;
Verordening betreffende het St. Geertruiden Gasthuis, 1405, fol. 96;
Verklaring der bagijnen van het oude convent voor schepenen en raad, 1365, fol. 102v.;
Leistingbrief van de Heer van Wisch, 1391, fol. 109v.;
Overeenkomst tussen de bisschop en de hertog van Gelre, 1392, fol. 110v.;
Renversaal van Herman van Randerode als schout van Salland, 1392, fol. 110v.;
Aanstelling van Wolter Macharijsz. tot ambtman van Salland, 1382, fol. 121v.;
Dat vleysrecht ende van den visschen, 1379, 1381, fol. 125, 126v.;
Articuli Wismarienses decreti 1380, hoe de schippers hunne schipmans sullen belonen, fol. 128v.;
Overeenkomst tussen Kampen en Stellingwerf, 1386, fol. 134v.;
Overeenkomst met de kraanmeester, 1386, fol. 135v.;

Brief aan Naarden, waarin het Kamper teken wit en blauw genoemd wordt, z.j. 1386 (?) fol. 135v.;
Vrede tussen Kampen en Sloten en Dodingerwerstel, 1384, fol. 136v.

Bijlage C

Liber Diversorum A (inv.nr. 9)

Bevat afschriften over de jaren 1247-1549. De oudste nummering folio 2 (nieuw 106) tot 228 (nieuw 29), lopende over de jaren 1413-1448, is vervangen door een nieuwe, waarbij de pagina's, met bijvoeging van losse stukken, zaaksgewijze werden gerangschikt. Van de opgenomen acten wordt dikwijls alleen de aanhef vermeld, gevolgd door een verwijzing naar de charterkast. De meeste stukken zijn opgenomen in het Register van Charters en Bescheiden, de tussen haakjes geplaatste nummers verwijzen naar dit register.

Bevat:
Gelre, fol. 1-28, 161, 163, 191, 238, (322, 408, 468, 487, 508, 536, 584, 2006);
Holland, fol. 30-63, 245-247, (396, 447, 454, 468, 470, 479, 505, 512, 1087);
Drente, fol. 75-76, (314);
Friesland, fol. 77-106, (28, 250, 309, 389, 416);
Groningen, fol. 107-121, 133, 141v., 197, 239, 272v., (334, 368, 385, 425, 461, 715, 1030);
Kerken en kloosters, fol. 134v.-149, 153, 153ter, 154v., 159dup, 161, 237, 241, 243, 261v., (150, 273, 280, 346, 371, 398, 404, 435, 449, 482, 504, 506, 554, 555, 652, 770, 788, 790, 829, 907, 1025, 1078);
Privileges van de koningen van Frankrijk en Engeland en onderhandelingen op de conferentie te Utrecht, fol. 63-84, (742);
Vrijgeleide van Ditmar, fol. 110, (522);
Vrijgeleide van Edinburgh, fol. 164v., (535);
Vrede met de stad Wisby, fol. 228, 263v.-264v., (805);
Reglement van koningin Margaretha van Denemarken, fol. 261. 263, (274);
Privilege van koning Christiaan van Denemarken, fol. 262, (763);
Vredesverdrag tussen Frankrijk en de Hanze, fol. 267-275, (846);
Deventer, fol. 211, 282, 257, (583);
Diest, fol. 256, (779);
Enkhuizen, fol. 162, (530);
Ens, fol. 234 (414);
Enschede, fol. 181 (494);
Genemuiden, fol. 121, 125, (3, 662);Hasselt, fol. 249v.;
's Hertogenbosch, fol. 256 (684);
Kamperveen, fol. 151, 152 (23, 177);
Keulen, fol. 260 (756);
Nienborg, fol. 256 (666);

Steenwijk, fol. 122, 123 (357, 655);
Utrecht, fol. 226v., 228;
Zalk, fol. 212 (518);
Zutphen, fol. 160 (140);
Zwolle, fol. 157, 218 (534, 361);
Vollenhove, fol. 27v., 31, 124, 126, 127, 199, 205 (324, 338, 395, 397, 600, 618, 696);
Kuinre, fol. 128-134, 200-202, 217, 241, 248 (204, 251, 384, 386, 387, 405, 441, 501, 514);
Buchorst, fol. 96v., 155, 156 (288, 473, 653);
Almelo, fol. 100v. (308);
Koevorden, fol. 165, 188, 194, 234 (319, 323, 410);
Diepenheim, fol. 166, 169v., 237 (759, 538);
Arkelstein, fol. 168, 196-199, 245v., 265, 266 (324, 394, 458, 1032, 1910);
Nyenhuis, fol. 172-179 (437-440, 510, 555);
Lage, fol. 181 (283);
Ruitenborgh, fol. 181 (278);
Ulft, fol. 182 (298);
Ter Horst, fol. 184, 193 (293);
Ter Laer, fol. 184 (225, 239, 253);
Verbod tot het timmeren van sloten, fol. 95v. (233);
Mastenbroek, fol. 186, 214-216, 242 (151, 183, 442, 546, 1115);
Dijkrecht en schouw te Zalk, fol. 212 (518);
Dijkrecht van het Nedersticht, fol. 227, 228 (47);
Van dijkzaken niet klaren, fol. 227 dup., (804);
Geldlening van Van Buchorst, van Ittersum e.a., fol. 83;
Jan van Egmond, fol. 162v.;
De heer van Baer, fol. 198 (160);
Raes Doggert, fol. 217v.;
Lodewich van Lyndenburg, fol. 217v. (524);
Seyne van der Water, fol. 220 (437);
Alfer Jansz., fol. 236;
Helmich van Laer, fol. 237v, (414);
Johan en Henrick van Cortenhoren, gen. Colthoff, fol. 238v. (421);
Johan, heer van Wisch, fol. 260 dup. (957);
Jacob ther Hoeve, fol. 262v.;
Schenking van de voorslagen over de IJssel aan bisschop Johan van Arkel, fol. 96 (105);
Verzoening van de bisschop met de graaf van Bentheim, fol. 97, 182, (275);
Gruit, fol. 158 (30);
Aanname van schutters, fol. 159 (481);
Landrecht, fol. 171, 252 (373, 782);
Landbrief van Twente, fol. 180 (154);
Vrijstoelen, fol. 206-209 (681, 682);
Gevangenen te Rijnestein, fol. 204 (328);

Verpachting van tollen, tynsen e.d. door de bisschop, fol. 220, 223 (437,452);
Verbond tussen de bisschop en de steden van Neder- en Oversticht, fol. 229 (335);
Verkiezing bisschop Rudolf van Diepholt, fol. 224, 247, 255, (484, 488, 496);
Lening aan de bisschop, fol. 230, 236v. (411);
Van de rodertolle, fol. 239 (424);
Aankoop van delen van de Engh, fol. 240 (434);
Privilege van den onmondighe luden, fol. 244 (434);
Privilege van den ballinghen, fol. 244v., 250 (453);
Klaring, fol. 246v, 251, 227 dup. (472, 804);
Ambtman van Salland, fol. 255v. (492);
De Schijve, fol. 257-259 (746, 755);
Keyserlicke vrede over al 't Rycke toe Franckefort gemaect, fol. 263;
Vredesverdrag tussen de bisschop en de hertog van Cleve, fol. 277.

Bijlage D

Liber Diversorum B (inv.nr. 10)

„Exemplarum variarum et diversorum negotiorum". Dit deel is door de bewerker van het Register van Charters en Bescheiden abusievelijk beschreven als deel B tot E. Het bevat een aantal dossiers en losse stukken, die door een 16e eeuwse bewerker (waarschijnlijk de secretaris Reyner Bogherman van Dokkum) zijn samengevoegd. Het deel loopt voornamelijk over de jaren 1456-1498. Slechts in een enkel geval zijn afschriften van vroegere jaren opgenomen. De tussen haakjes geplaatste nummers verwijzen naar het Register van Charters en Bescheiden.
Het register bevatte voorts een catern minuten van uitgaande stukken over 1477-1483 (fol. 1-28). Deze zijn teruggebracht naar de betreffende serie.

Bevat:
Afschriften van ingekomen stukken, 1461-1498, fol. 3-41, 44-47, 52-54;
Aluinmaken. Privilege voor Andrees de Coste en zijn zonen, 1499, fol. 42, (1071);
Lijst van geëxecuteerde medestanders van Henric soene van Wisch. Met bijbehorende stukken, 1498, fol. 43, 48, 51 (1063);
Klachten van Kamper burgers over onbehoorlijke tollen in Holland, 1488 fol. 61-70;
Formulieren en diverse acten, fol. 71-86 (647, 667, 680, 710, 741);
Vrijstoelen en keizerlijk kamergericht, 1465-1474, fol. 88-113, (690, 694, 702, 750);
Rekening van Rotger Schere en Henric van Uterwijc, dijkmeesters, 1466, fol. 114;
Tolle in Gelrelant genomen tegen older gewoente, z.j. fol. 115;
Geschil met Peter van Aersen over een geleverde „slange", 1464, fol. 117-122, (685);
Geschil tussen Rolof Witte met Swene zijn vrouw en Rolof Hondenbergh over de nalatenschap van Swene's ouders, z.j. fol. 125;
Verdrag tussen Deventer en Harderwijk, 1457, fol. 127 (637);
Brieven van Rolof van Langen en Albert van Hoirde, 1462, fol. 128-129, (671);
Van de stalbroeders, 1456, fol. 130, (628);
Geschil tussen Wolter van Keppel en Wolf van Ittersum, 1470, fol. 133-139 (717);

Henrick van Bronchorst, 1465, fol. 141-142 (692);
Tussen onsen Heer ende Amersfoert, 1462, fol. 143-149 (188, 672);
Geschillen tussen de bisschop en de Staten van Utrecht, 1475-1477. fol. 150-151 (760);
Schattinghe op de Veluwe, 1473, fol. 165-187 (739, 740);
Van den tollproces toe Mechelen, 1473-1474, fol. 188-226 (745);
Klachten over de drosten van Salland en Twente en de schout van Hasselt, wegens verkorting van het landrecht, 1477, fol. 92, 227-250, (785);
Van den Landrechte, 1359-1457, fol. 255-258 (215, 373, 374, 607, 638);
Wysinge op die gebreke des drosten tegen die Drenthen, z.j. fol. 259-263;
Beslechting te Kampen van het geschil tussen Bremen en Antwerpen, 1474, fol. 265-300 (751);
Formulieren van acten, fol. 302-323.

Bijlage E

Liber Diversorum C (Foliant I) (inv.nr. 11)

„Tituli dominorum numero CXXI, Reddibus".
Register bevattende stukken, welke zijn samengevoegd door een 16e eeuwse bewerker, waarschijnlijk de secretaris Bogherman van Dokkum. De naam Foliant I is een inventie van 19e eeuwse bewerkers.

In dit deel zijn samengevoegd:

1. Scattinghe, bevattende drie schattingslijsten:
a. „Dyt is die bede ons ghenadiger her Roloff van Diepholt .... doe hy geconformiert ende gehult was", 1433. fol. 9;
b. „Dyt is de bede ons ghenedighen heeren, heeren David van
Burgondiën toe synre vroliker inkompst", 1457. fol. 60;
c. „Bede off schattinghe uutgesat by tyden bisschop Daviden van Burgoingen", 1474. fol. 112.

De schattingslijsten zijn alle drie van Salland. Op de lijst van 1474 komt evenwel als dorsale aantekening een korte omslag over het land van Vollenhove voor, waaruit blijkt hoe de indeling in gerichten en kerspels voor dat deel van Overijssel is geweest.

2. Olt Officiatorium. Aanstelling en instructies van stedelijke ambtenaren. 1399-1535. fol. 154.
Bevattende:
Stadssecretarissen, fol. 154-160, 164-165;
Capellaen, fol. 160v;
Medici, fol. 160v-161, 165v-166, 168, 202v, 224v-225;
Muntmeester, fol. 163v;
Apothekers, fol. 166, 183, 200, 209;
Schoolmeesters, fol. 166v, 190v-191, 223v-224;
Boden of roedendragers, fol. 167, 206, 285;
Chirurgijns, fol. 168v, 197v, 199v;
Consistoriael, fol. 168v, 213, 222v;
Buschmeester, fol. 169, 170, 180v, 211;
Klokkensteller, fol. 169, 170v, 290v:
Armborstier, fol. 169v, 196v;
Stokmeester, fol. 170, 196, 218v;
Harnasmaker, fol. 170v, 196v, 207, 210v, 290;
Messagiers, fol. 171, 219;
Pijpers en trumpers, fol. 172, 223;
Wachters en poortsluiters, fol. 173, 198v, 202-203, 214-214v, 215;
Hoornblazers, fol. 174v, 195v, 218;
Hoefslagers, fol. 175v, 219v;
Stalknechten, fol. 176, 212;

Straatmakers, fol. 176v, 181v, 184v;
Leidekkers, fol. 176v, 184, 198;
Wenemate, fol. 177;
Bewaarder van de Coeborgh, fol. 178. 206v;
Smid, fol. 178v;
Bewaarder van Seveningen, fol. 179, 194v, 208, 297;
Timmerman, fol. 180;
Bewaarder van het hoofd te Buer, fol. 181:
Stadsvoirsprake, fol. 181v, 207v, 213;
Metselaar, fol. 184;
Steenhouwer of truffelmeester, fol. 185, 198v;
Pachter van de Peerdemolen, fol. 185v, 186v;
Doodgraver, fol. 187v;
Slijkre, fol. 188:
Bewaarder van de vogel- en vischmarkt, fol. 188v-189v, 212v;
Scherprichter, fol. 188v, 195v, 196, 225v-226;
Bewaarder van het Raes, fol. 190;
Schoonmaker der straten, fol. 190v-194;
Bewaarder van de sluizen in de Zwartedijk, fol. 195, 217, 295;
Koster boeven, fol. 197v, 203v-204;
Landmeter, fol. 199;
Bewaarder van de Riethoep, fol. 205;
Veerman op de Eng, fol. 210;
Zadelmaker, fol. 210v;
Stadsijker, fol. 211v;
Moeder van het pesthuis op de Belt, fol. 213v;
Leeuwenbewaarder, fol. 215;
Raamwachters, fol. 215;
Vroedemoeders, fol. 216v;
Dreckboedel boeven, fol. 220v;
Dreckboedel buten, fol. 221v;
Weerdmeester, fol. 296.

3. Inventarium de literis opidi in wat laden. Lijst van charters en brieven met verwijzing naar de laden van de charterkast, fol. 236.

4. De analibus quaedam nota. Kroniek, lopende van de oudste tijden tot het jaar 1553. De kroniek is tot het jaar 1481 geschreven door Jacob Bijndop, secretaris van Kampen 1466-1482 (overleden 1 februari 1482), voortgezet door Dr. Reyner Bogherman van Dokkum, secretaris van Kampen 1505-1518 en 1540-1553. De kroniek is uitgegeven door de Vereniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis: Kamper Kronieken I, Deventer 1862. De bewerking van deze uitgave is van Mr. J. C. Bijsterbos. Zie voorts Verslag der Handelingen dezer vereniging, 5 juli 1859 blz. 65 e.v. Idem 6 juli 1861, blz. 11. De kroniek loopt over de folia 249 tot 286. Op fol. 261 is een Carmen ter ere van de regering en de stad Kampen van het jaar 1510 opgenomen.

5. Remissorium. Inhoudsopgave van de Libri Diversorum A en B en het Guldenboek. fol. 319.

6. Olt Ordinarius. Opgave van wat op verschillende dagen van het jaar van stadswege moet geschieden. fol. 360. * 

7. Renthen. Afschriften van door de stad uitgegeven rentebrieven 1490-1517. fol. 366.

Het register bevat verder:
Copie van een verordening van Koning Charles van Frankrijk tegen
zeeroverijen, 1496. fol. 1.
Der stat gelden geleent, 1464-1487. fol. 151-153.
Tenden, 1455-1473. fol. 153v.
Valuatie van de munt, fol. 228-229.
Ongelt. Staat van jaarlijks uitgaande renten, fol. 228v-231.
Dycke boven de poirte, fol. 231v.
Van de IJsseldijke van de Venemade, fol. 231v.
Coelvoets water, fol. 232.
Der Koeken riescap. fol. 232v.
Staat van stukken van coperen en iseren in die Wage. fol. 232v.
Lijfrenthen. fol. 235.

Inventaris van acten, bewaard wordende in de landskist op de Gerwekamer te Deventer, fol. 250.
Op die beswaringe van die kae der erffgen. ende huysluyden op Camperveen, fol. 261a.
Buermole en lant. fol. 298.
Latijnse spreuken en gedichtjes, fol. 299.
Lijst van ambtluiden en schouten, fol. 299v.
Titulatuur van geestelijke en wereldlijke heren in de verschillende landen en gewesten. Met lijsten van functionarissen aldaar, fol. 300-319.
Xylografische kalender van 1466. fol. 306v.
Modellen van acten. fol. 326-359.

Bijlage F

Liber Diversorum D (Foliant II) (inv.nr. 12)

Het register, lopende over de jaren 1510-1551, bevat ook afschriften
van vroegere acten. De naam Foliant II is een inventie van 19e eeuwse bewerkers.
Bladzijden 1-8 ontbreken.

Bevat:
Stukken betreffende de onenigheid tussen de stad Groningen en graaf Edzard van Oostfriesland, waarin ook de bisschop van Utrecht tengevolge van de vroegere rechten der Kerk op dat Gewest was betrokken, 1515, fol. 9-14v. Zie Verslag O.R. en Gesch., 1859;
Vredesverdrag van de bisschop met de hertog van Gelre, 1511, fol. 15;
Verbont metten Nedersticht gemaect anno XXII, fol. 19;
Declaratie opten verbonde voorschr. metten Nedersticht gemaect, 1523, fol. 23;
De kroniek van Johan van Breda, secretaris van Kampen, na diens overlijden in 1540 voortgezet door Mr. Cornelis Meeus, secretaris van Kampen, 1539-1547. Vervolgens nog aantekeningen, resp. d.a. 1551 en 1534, fol. 28-166.
De kroniek begint als volgt:
„Van de translatie des bisdoms van Utrecht gedaen by bisscop Frederik van Baden tot behoeff heren Philips van Bourgoungien". Fol. 26-27.
Uitgegeven Ver. O.R. en Gesch., Kamper Kronieken. Deventer 1862.

Bijlage G

Ordinarius Antiquus (inv.nr. 306)

"Ordinarius Campensis Conditiones Officiatorum", 1538-1697.

Bevat:
Ordinarius, d.i. opgave van hetgeen van het begin tot het einde van het jaar van regeringswege geschiedt, fol. 1-9; * 
Aantekening van enige raadsbesluiten, 1555-1600, fol. 2, 9-17, 31, 33, 105, 162, 176, 243;
Artikelen, op welke de hoplieden van de soldaten in de stad worden toegelaten en namen der hoplieden, die op deze artikelen de belofte hebben gedaan, 1587-1654, blz. 18-19;
Tabula officiatorum, fol. 20a-21;
Stadssecretarissen, fol. 22-27, 168-169, 176;
Medici, fol. 27-28, 45-52;
Schoolmeesters en rectoren, fol. 29-32, 166, 176-190, 204, 234-241;
Ziekentroosters, fol. 30;
Muntmeesters en ijzersnijders, fol. 34-35;
Roedendragers, fol. 11, 36-44, 243;
Bussenmeesters en boogmakers, fol. 53-55;
Briefdragers, messagiers of bijlopers, fol. 56-58;
Voorspraken of advocaten, fol. 20, 59-63, 231;
Truffelmeesters, fol. 64-65;
Leidekkers, fol. 66;
Straatmakers, fol. 67-70;
Apothekers, fol. 71, 156;
Wakers, fol. 73, 155-165, 174;
Zangmeesters en kosters, fol. 74-75;
Uurwerkstellers, fol. 76, 169;
Harnasmakers, fol. 76;
Zadelmakers, fol. 77-78;
Scherprichters, fol. 75, 78-84, 86;
Opzichters van de timmertoren, fol. 85;
Stalknechten, fol. 86, 89;
Poortschrijvers, fol. 88;
Vasbanders en ijkers, fol. 89-91, 127;
Marktmeesters en knechten, fol. 91-92;
Moeder op de Belt (Pesthuis), fol. 92;
Werdeyns, fol. 92;
Dijkwachters, fol. 93-95;
Vroemoeders, fol. 95-99, 191-194;
Hoefsmeden, fol. 99-100;
Weerd- en dijkmeesters, fol. 101-102;

Gevangenbewaarders en timmerlieden, fol. 103-104, 209-214, 219-224;
Hierder op Seveningen (gemene weide), fol. 105;
Vinnenkijkers, fol. 106;
Beestenschouwerd, fol. 105-106;
Caer- en steigerlieden, voerlieden, fol. 107-109, 116-117;
Rosschen roeder van het Broek (gemene weide), fol. 109;
Tolleners, 110, 171-172;
Organisten, fol. 111, 116, 203;
Bakenmeesters en piloten, fol. 112-116;
Hoornblazers, fol. 121;
Wacht- en brandmeesters, poortsluiters, fol. 72, 122, 157, 159, 174, 215, 225;
Visitateurs van het huisraad van de Wedeme, fol. 123-124;
Moltmeters, fol. 125;
Waagmeesters, fol. 125-126;
Turfmeters, fol. 128-130;
Opsienders over de witte bommesijnen, gecommitteerden tot het meten der wollen lakens en duffels, visitateurs der wollen lakens en van de wol, zegelers, verloders en prenters, fol. 132-152;
Schouten bij Nacht en hunne dienaren, fol. 144, 149;
Inmaners der stads ecclesiastique goederen, fol. 152-153;
Biervoerders, fol. 153-156;
Speellieden, fol. 160-161;
Grofsmeden, fol. 161-162;
Accijsknechten, fol. 170;
Diepmaker, fol. 173;
Wachters St Nicolaasbusch, Calckarbusch en het Voorslag, fol. 155, 174-175;
Korenmeters, zaadmeters en zaadstorters, fol. 195-196, 225;
Zoutmeesters, fol. 196;
Predikanten, fol. 205;
Schouten, fol. 206;
Makelaars, fol. 206;
Misdienaars in het H. Geest Gasthuis, fol. 207;
Majoors, fol. 214;
Weesmeesters en weesouders, fol. 217;
Havenmeesters, fol. 218;
Spinbazen in het Armenweeshuis, fol. 226;
Zoutzieders, fol. 230;
Eekmeters, fol. 232-233;
Opgaven van Paarden-, Vee- en Leermarkten, omslagblad;
Aantekening wanneer de stadregering de processies uit de St. Nicolaaskerk volgt, fol. 11;
Opgave van percelen, behorende tot Coelvoetswater, fol. 118-119;
Idem van de dijken boven de St Catherinenpoort, fol. 119-120;
Hierbij een betrekkelijk besluit van 1507;

Overeenkomst met mr. Crijn de stadsmetselaar, betreffende de bouw van een nieuwe school, fol. 176;
Docendi discendique methodus in Schola Campensi observanda, 19 october 1587 (gewijzigd 6 november 1599), fol. 181;
Lijst van ornamenten in de St. Nicolaaskerk, fol. 197-203.

Bijlage H

Pachtboick Olt ende Ny, 1426-1553 (inv.nr. 1142)

Olt pachtboick, 1426-1496

Bevat verpachtingen van:
Cijss fol. 1.
Veerschip fol. 2.
Veerstal en brug fol. 3-4v, 128-129v.
Regiment van den Zolte fol. 5, 15.
Vischampt ende Vleisampt fol. 6-7.
Stadswateren fol. 9-13, 26v, 71, 79, 80, 84-117.
Stryckreep van wande fol. 14, 24.
Clene tijns fol. 15-16.
Molenberge e.a. fol. 16v.
Van der Cleyne maet als men daer van neemet fol. 17.
Ghewichte fol. 18.
Tichgelkuil fol. 18v.
Touslagers (toubaene) fol. 19, 144v-145.
Coelhove of Doelen fol. 20, 21, 37v.
Tynden van den Eylanden fol. 20.
Barbierstoerne by die Vischpoirte fol. 21.
Der stat Boenen (zolders) op ter stat vleischuis ende op ter stat Richthuus fol. 21, 22.
Wt der huse der stat stal fol. 22.
Die Ludze op Syelsteghe an der stat muer fol. 22.
Rondeel neffen Gese Brandenborchs over by de Nyemueren fol. 22.
Muermeisters van de Nyemuer fol. 22.
Telampt fol. 22, 24v, 25, 79v, 81v, 82.
Cleyne maet, Saltmaet, Appelmaet fol. 14, 24v, 25, 79v, 81v, 82.
Wyn- en Biercys fol. 27-59.
Der stat Wage fol. 23, 24.
Der stat Kraen fol. 23v, 165.
Van den Landen: der stat Meente ende der stat Broeck, Reve en
Hatelant, Raes, Rudehoep, Grote en Kleine Rijtthop, Welle, Nyelant geheten die Werder, Vordebroeck, Mewensant, T lant buten dycks, Soveningen, Zanden of Weerden, Greent, St. Nicolaesbroek, Oenden, Venemade, schradinge van Budelsmaet, die Byle, Engmar, horsten, die Gruyt, Holleken, Natenrys, die Hoepen, Esch, Crueshoep, Hatelant en Hoylant, fol. 26, 62-69, 73v-78v, 83, 118-127v, 130-143, 151-173.
Wantsniders fol 82v.
Raemsteden fol. 144.
Clepelserve opt Vene fol. 47, 145.
Weg tussen Coeborgh en Zwartedijk, raadsbesluit 14 october 1493, fol. 164v.
De stads toren op de Vogelmarkt fol. 173.
Morgental van de Broicken fol. 176.

Ny pachtboick, *  1497-1553

Bevat verpachtingen van:
De Brug op de Enck fol. 1.
Telampt fol. 3.
Cleyn Maethe fol. 5.
Het Huys op ten Wiltfanck (stadsschuur) fol. 6.
Appelmaethe fol. 7.
Craen fol. 9.
Waeghe fol. 11-12.
Excys fol. 13.
Stadstoren op de Vogelmarkt fol. 15.
Stads Boenen (zolders) op het Vleeshuis en het Rechthuis; huis in de Venestraat fol. 16.
Oude Paardenstal fol. 18.
Tienden van de Eilanden fol. 19, 107, 108.
Harkenland fol. 20.
Doelen en Koelhoeven fol. 21.
De Esch by Soevenynghen fol. 23, 107.
De Es by het Nyelant fol. 25, 107.
St. Nicolausbroek fol. 27.
Raamsteeden fol. 29.
Cruysshoep, die Stubben, Sanct Nicolaisbroick, de Willigenwegh, hofstede van de Nieuenweg, Haatland fol. 31-34, 107.
Hoylant, Herynxlant fol. 37.
Hoelken, Snatenrys fol. 40-43.
Meentehorste (Engmer) fol. 44.
Clepelserve upt Vene, Johan van Oesels hoff, met afschriften van los- en lijfrentebrieven fol. 47.
Riethoep, Welle, We(e)rder, Raes, Rudehoep, fol. 49, 91.
Weerden fol. 52.
Nyelant fol. 55.
Regiment van den Solte fol. 57.
Ackergelt fol. 59.
E(e)ltgrient fol. 61.
Schraedinghe fol. 62.
Voerdebroick fol. 64.
M. Henricks van Uterwycks Weert fol. 66.
De wegh tussen de Koeborch en de Swartendyck, die hoffstede by
de Melmwech fol. 68.
De Ludze op de Zylsteghe by de stadsmuur fol. 69.
Rondeel neffen Ghese Brandenborchs oever fol. 70.
Coxskenstoem fol. 71.
De stadt wateren fol. 71v-76.
Touwbaan fol. 83.
Waakhuis bij de Venepoort fol. 108.
Zwanenpoort fol. 108.

Bijlage J

Register van verpachting van stadslanden, erven, wateren en accijnsen, 1584-1594 (inv.nr. 1164)

Slagen van de Cruyshoop en Hatelanden, fol. 2-5v.

Eylanden, fol. 6-9v.
Dat Hoeltgen,
Snatenrijs,
Raes,
Ruedehoep,
Die weert neffens Pyperssandt, streckende bylanges dat Noerderdiep Cunerturffs weert ofte die Sticken.

Weerden, fol. 10-16v.
Vosses weert, met de helfte van de Noirderweert,
Catthenweert.
Mr. Henrycx weert, het Steck genoemd,
Polleken achter Cattenweert,
Nyeweerdt beneden Vossesweert ende Pollengen achter Mr. Henrycxweert,
Ketelaersrugge met die twee pollengens in der zee geslagen.
Dat nye steck genoemd Slickertoemsrugge, met de helfte van die Noirderweirden,
Mandemakersland met aanwas,
Die drie slagen van Nateersweert,
Soeveningen,
Eysch by Soeveningen,
Esch by 't Nyelant,
Die Nyeweerdt mits inder Issulen tegens die Pepergasse, tusschen den Greent ende 't Hoeltgen genoemd den Pyper.
Riethoep,
Welle binnen en buitendijks
Nyelandt,
Warder.

Hooilanden, fol. 17-20v.
Maten, fol. 21-24.
Het Veer op de Enck, daer nu voert an byliggen sall Clepelsarve met het olde veer ende mit het huys op de Enck, fol. 24v-25.
Der stadt Waeteren ende Visscheriën, fol. 26-29, 36-39v, 45-47v, 52v-57, 65-67, 72-74, 85v-87v, 94v-95v, 106v-108.
Nateers,
Die Waeteren achter die lange hoefden.
Die driffte voer der stadt,
Die Sprenge,
Een visscherie boeven an die Grienthe,
Pypersandt,
Suiderdiep,
Die wateren achter die groete weert,
Ryckenburg,
Die twee segens van die Pepergasse nu die Hanck van die Peperqasse
Die drie segens van den Wrijver,
Bronnoperdiep,
Die Reve mitten colck,
Die colck in den Enck,
Dat Santgen mitten colck.

Dat Stadt Vischstallen, fol. 29v-33v, 40-41, 47v-50, 57-59v, 61-61v, 74-76v, 81-83, 87v-90, 96-99v, 108v-111.
's Heren stall,
Die Gulden boedem,
Mullinges diep,
Geyendiep,
Hermansdelle,
Het nye stall upten Start,
't stall van den Troch,
't Noerder Voetgen ofte Strengeken,
't Ierste Noerder Enssinger stall,
Het anderde Noerder Enssinger stall,
Het dorde Noerder Enssinger stall,
Den Krysman,
't Nye stall vant rechte Coepsgath,
't stall van den Ketell ofte Coepsgath,
't stall vant Soete Waeter ofte stall tusschen den Ketell ofte Coepsgath, ofte 't stall achter Helbertsz weert,
t Nye stall achter Slewertz weert genaemt Rijsdelle,
't stall achter die Nye Sticken oft 't Rolleboth,
t nye stall voit het olde Suyderdiep,
't nye stall van 't zeewaeter,
't Langen stall van den zwartten oirt,
't Kercken ofte Costers stall,
't stall van den Enck.

Accijnsen, fol. 35-35v, 42-44v, 50-52, 60-60v, 62-64v, 70-71v, 77-78, 83v-85, 90v-91v, 99v-100, 111v-112v.
Craen, Telampt, Cleyne Mathe, Appelmathe, Calckmathe, Vinnekijkersampt.
Waag, Accijs to Isselmuden ende tot Oosterholt, die plaetzen oder bancken int Vleyshuus.
Het veer upten Enck, dair nu voirtan byliggen Clepelsarve mit het
olde veer ende die ledige plaetze.
Isselmuydener accijs, Wilsemer accijs, Grafhorster accijs, Camperveenen accijs, die accijs van Ens.

Bestaedinge van vier clufften dyckx an den Zwartten dyck gelegen, dd. 2 april 1589, fol. 78v.
Opsach ende vercoopinge bij burgemeesteren, schepenen en raet, fol. 92-94, 100v-103v, 113.
die hoffsteden achter Agnieten Clooster wesende der stadtz olde raemsteden,
die hoffsteden vant Monickenclooster van Brigitten,
Agneten land in Dronthen,
Landerien vant (N)oert Clooster,
Cellezusters,
Agnietenconvent,
Landerien van den Sonnenberch,
St. Geertruiden Gasthuis,
Bronnoeper cloester.

Opslag en verhuring land in Dronthen, maten achter Brunnepe, Brigittenmaten buiten de Cellebroederspoort, land bij de 3 bruggen, fol. 104-106.