1944 Remplaçant Hendrik Meijer verklaart van Theodorus Ruijs alles te hebben ontvangen wat afgesproken was bij akte van 1831; er worden afspraken gemaakt over de uitbetaling van de rest van de vergoedingen.

1823 Herm Verhoeven heeft verklaard Evert Hendrik Boele van der Veen te vervangen bij de schutterij, op de volgende voorwaarden:Herm Verhoeven ontvangt nu f.25.-, bij in dienst treding ontvangt zijn vrouw, Dina Hofman, f.2,75 per week en bij verlaten der dienst een bedrag van f.25.-.

1805 Hendrik Meijer verklaart in plaats van Theodorus Ruijs de dienstplicht te vervullen op de volgende voorwaarden:Hendrik Meijer ontvangt nu een bedrag van f.25.-; bij in dienst treding een bedrag van f.50.-, er na een bedrag van f.250.- tegen een rente 4 procent en een wekelijkse som van 75 cent.

1740 Albert Bottenberg verklaart in plaats van Mense Adolph Sellis dienst te zullen nemen bij de schutterij, waarvoor Mense Adolph Sellis hem direct zal betalen een bedrag van f.35.-, bij in dienst treding een bedrag van f.100.- en wekelijks f.2.- (of f.4.-) aan zijn vrouw Sophia Kleijpennink. Na afloop van de dienst zal Albert Bottenberg f.100.- ontvangen.Voor alle zekerheid zijn er twee borgen aangesteld.