4005 C.T. Kasteren van Cattenburch verkoopt aan J.C.L.A. van Oldenbarneveld genaamd Tullingh een aandeel in het Grootboek van Nationale Schuld, rentende 2½%, ter grootte van één twaalfde in de blote eigendom van ƒ 13800, benevens een gelijk aandeel van ƒ 20000 in de uitgestelde Nationale Werkelijke Schuld, die is ingeschreven ten name van Frescarode Piter Ackermans en Daniel Deinde, administrateuren over de nalatenschap van wijlen Maria Cornelia Kappeijne , weduwe Rasmus [overleden 27 januari 1804]. Deze oudtante van de verkoper heeft bij testament de aandelen in het NWS hem toebedeeld onder de voorwaarde dat wijlen zijn moeder Catharina Francina Susanna van de Cappello en zijn vader Otto van Cattenburch levenslang het vruchtgebruik ervan zouden genieten; na overlijden van zijn vader zal de huidige koopster dus in het volle genot van de gekochte aandelen treden.